U hebt de handleiding en de veiligheidsinstructies aandachtig gelezen voor u uw STIHL motorzeis in gebruik neemt. U hebt uw veiligheidskleren aan en uw werkzone afgebakend. U bent nu helemaal klaar om in alle veiligheid aan het werk te gaan!
Stap 1 van 10: Leg de motorzeis op de grond.
Leg de motorzeis op de grond in een veilige positie. Ze moet op de motorsteun en de beschermkap rusten. Controleer of het maaigereedschap geen contact met de grond of met iets anders maakt. Het maaigereedschap begint immers te draaien zodra de motor start. Omstanders moeten minstens 15 meter van u verwijderd blijven. Het is nodig om aangepast schoeisel te dragen.
Stap 2 van 10: Aan-/uitschakelaar in de werkingspositie.
Op de FS 50 staat de aan-/uitknop van de multifunctionele handgreep altijd in de werkingspositie (positie "I"). Als u de knop bedient en loslaat, neemt hij weer zijn oorspronkelijke positie in.
Stap 3 van 10: De brandstofpomp bedienen.
De brandstofpomp minstens 5 keer bedienen, zelfs als er nog brandstof is. Dat vermindert het aantal keren dat u aan het starttouw moet trekken en vergemakkelijkt de start.
Stap 4 van 10: Draai de hendel in de startpositie.
Als de motor koud is, gebruikt u de starter. De hendel moet in een aangepaste positie staan (bovenste positie bij koude motor).
Niet geïllustreerd: Als de motor warm is, zet u de hendel in de postie voor een start met warme motor (centrale positie). Gebruik die positie ook wanneer de motor al gedraaid heeft, maar ondertussen afgekoeld is.
Stap 5 van 10: Hou de machine veilig op de grond.
Hou uw machine op de juiste manier op de grond om ongevallen te vermijden. Controleer nog eens of uw motorzeis zich in een stabiele positie bevindt en duw de machine tegen de grond zodat ze niet kantelt wanneer u de motor start. Herinnering: het maaigereedschap mag niet met de bodem of met iets anders in contact komen.
Stap 6 van 10: Aan het starttouw trekken.
Trek met de rechterhand traag aan de greep van het starttouw tot u het eerste compressiepunt bereikt. Vervolgens trekt u op de machines zonder ErgoStart de greep van de starthendel stevig en snel omhoog. Op de machines met ErgoStart trekt u het starttouw zachtjes omhoog. In beide gevallen mag u het touw niet volledig afwikkelen en moet u het tijdens de decompressie begeleiden zodat het correct opgewikkeld wordt.
Stap 7 van 10: De motor start.
De motor begint tussen 5 en 7 seconden te draaien. Gedurende die tijd drukt u kort op de grendelknop van de multifunctionele bedienings- en versnellingsgreep. Op dat moment bevindt de starthendel zich in de werkingspositie (lage positie) en wordt het toerental van de motor vertraagd, zodat het zaaggereedschap niet meer draait.
Als u er niet in slaagt om de motor tijdens die periode van 5-7 seconden te versnellen, valt hij stil. Nu moet u manueel starten. U plaatst de starthendel in de middenpositie en trekt opnieuw aan de greep van het starttouw tot de motor aanslaat.
Stap 8 van 10: De motorzeis optillen.
Til de motorzeis zachtjes op en let erop dat u de motor niet ongewild versnelt.
Stap 9 van 10: U kunt beginnen!
De motorzaag is nu klaar voor gebruik.
Stap 10 van 10: Leg de machine stil.
Zet de stopknop op de multifunctionele greep in de stand O (STOP). De motor stopt en de knopt keert automatisch terug naar de positie I (AAN).
Opmerking:als uw motorzeis niet start, raadpleeg dan de handleiding om er zeker van te zijn dat u de juiste procedure volgt. Als in tegenstelling tot de verwachtingen, de motorzeis nog altijd niet start, neemt u contact op met uw vakhandelaar. Hij kan u adviseren en alle problemen die u ontmoet, oplossen.