Elk snijvlak en elke zaagtand heeft onderhoud nodig: slijp je STIHL kettingzaag regelmatig om het volledige vermogen te garanderen.
15.09.2022
Een botte kettingzaag maakt het werk moeilijker en minder veilig
Het slijpen van de kettingzaag kan gemakkelijk worden voorbereid en met het juiste gereedschap worden uitgevoerd
De hoek waarin je een kettingzaag moet slijpen, is ongeveer 30 graden. Hulpmiddelen zoals een slijprooster geven de juiste slijphoek door middel van markeringen aan. Zo kan je jouw kettingzaag nauwkeurig zelf slijpen.
Hoe vaak je een kettingzaag moet slijpen, hangt af van verschillende factoren. In principe moet je je STIHL kettingzaag slijpen wanneer de zaagketting niet meer soepel door het hout trekt, wanneer je alleen fijn zaagsel zaagt in plaats van grote spaanders, wanneer de zaagsnede scheef wordt of wanneer de zaag moeilijker te plaatsen is. Rookontwikkeling kan ook wijzen op een botte ketting.
Een ronde vijl is het beste geschikt voor het slijpen van kettingzagen. De juiste diameter van de vijl kan je bepalen aan de hand van de kettingsteek. STIHL zaagkettingen zijn voorzien van een markering op de dieptebegrenzer, die de aanbevolen diameter van de ronde vijl weergeeft.
Het slijpen van een zaagketting kost weinig. Je STIHL dealer verricht snel alle noodzakelijke werkzaamheden met professioneel gereedschap, zodat je zaagketting weer snel optimaal geslepen is.
Hoe snel een kettingzaag bot wordt, hangt af van de duur en intensiteit van de belasting. Voor de beste zaagresultaten op de lange termijn kan je het best niet zo lang werken met de kettingzaag tot hij helemaal bot is. Vijl de zaagketting in plaats daarvan tussendoor met een paar vijlbewegingen bij, zodat je altijd optimaal kunt werken.
Bij je STIHL dealer kan je kettingzagen laten slijpen. Daar zorgen ze ervoor dat je kettingzaag optimaal wordt geslepen met professionele gereedschappen zodat hij snel weer gebruiksklaar is.
Ook de beste zaagketting wordt na verloop van tijd bot. Als gevolg hiervan wordt het werk lastiger en wordt de motorzaag blootgesteld aan toenemende slijtage. Daarbij komt nog dat meer lichamelijke inspanning nodig is en het resultaat steeds minder bevredigend wordt.
Mocht je de volgende tekenen vaststellen bij het werken met je kettingzaag, dan moet je je zaagketting slijpen of zelfs vervangen.
Teken 1
De zaagketting trekt zich niet zelf in het hout. Hij moet door druk uit te oefenen op de motor worden geforceerd om te zagen.
Teken 2
Bij het doorzagen of het inkorten, d.w.z. loodrecht door het hout zagen, produceert de zaagketting fijn zaagsel in plaats van grove spaanders.
Teken 3
Rookontwikkeling in de snede ondanks intacte smering van de ketting en de juiste kettingspanning.
Teken 4
De motorzaag loopt in één richting en de zaagsnede is scheef. Dit wijst in het bijzonder op eenzijdig bot geworden of ongelijkmatig lange snijtanden.
Teken 5
De motorzaag ratelt en springt tijdens het zagen. Een precieze plaatsing is moeilijk.
In onze video-instructie laten we zien hoe je de zaagketting en dieptebegrenzer van je STIHL kettingzaag met de 2-in-1 vijlhouder in één keer kan slijpen.
Wat is de afstand van de dieptebegrenzer?
Met de afstand van de dieptebegrenzer duiden we de afstand aan tussen de voorkant van het tanddak en de bovenkant van de dieptebegrenzer. Hoe groter deze afstand is, des te meer hout er per tand wordt afgeschaafd.
De afstand van de dieptebegrenzer wordt kleiner bij het slijpen van de zaagtanden. Dat komt doordat de zaagtand bij het slijpen korter wordt en qua vorm (naar achteren smaller en platter) ook platter wordt.
Voor een goed zaagresultaat moet je daarom na elke slijpbeurt van je kettingzaag ook de afstand van de dieptebegrenzer controleren en eventueel aanpassen.
Je kan de zaagtanden van je zaagketting met schaaftanden zelf met een ronde vijl slijpen. Het gebruikte gereedschap moet echter wel passen bij de betreffende zaagketting. Als je een verkeerde vijl gebruikt, kan je de zaagprestaties van de ketting zelfs verminderen. We leggen uit hoe je de juiste ronde vijl vindt.
De keuze van de juiste ronde vijl hangt af van de kettingsteek van de zaagketting. Bij elke kettingsteek hoort een bepaalde diameter van de ronde vijl.
De kettingsteek deelt een ketting in bij een bepaalde vermogensklasse voor motorzagen. Je kan de kettingsteek bij alle STIHL zaagkettingen eenvoudig achterhalen. Er staat namelijk een cijfer voor de markering op de dieptebegrenzer. In de bijbehorende STIHL tabel kan je vervolgens eenvoudig de benodigde vijldiameter aflezen.
Als het cijfer op de dieptebegrenzer niet meer leesbaar is, kan de kettingsteek met een mal voor kettingen worden vastgesteld. Je kan de kettingsteek ook zelf berekenen. Meet hiervoor bijvoorbeeld met een schuifmaat de afstand van het midden van een klinknagel tot het midden van de volgende en deel de uitkomst door twee. Op die manier bereken je de kettingsteek in millimeter. Aangezien de kettingsteek altijd in inches wordt vermeld, moet je de uitkomst nog omrekenen. Een millimeter is gelijk aan 0,039 inch. Je moet de uitkomst in millimeters dus vermenigvuldigen met 0,039 om de overeenkomstige waarde in inches te berekenen. Bij de waarde die je op die manier hebt berekend, zoek je gewoon de juiste vijldiameter in de STIHL tabel:
Markering op de dieptebegrenzer | Alternatieve markering op de dieptebegrenzer | Kettingsteek | Diameter ronde vijl |
---|---|---|---|
1 | 1/4 | 1/4" | 4,0 millimeter |
2 | 325 | .325" | 4,8 millimeter |
3 | 3/8 | 3/8" | 5,2 millimeter |
4 | 404 | .404" | 5,5 millimeter |
6 | P, PM | 3/8” Picco | 4,0 millimeter |
7 | 1/4" picco | 3,2 millimeter |
Denk eraan dat vijlen voor zaagkettingen een andere oppervlaktestructuur hebben dan bijvoorbeeld vijlen in een werkplaats. Die laatste exemplaren zijn in principe dan ook ongeschikt om een zaagketting te slijpen.
Nadat je de juiste ronde vijl hebt gekozen, zorg je ervoor dat je werkplek veilig is. Naast het juiste gereedschap heb je ook voldoende ruimte nodig en moet je voor je eigen veiligheid handschoenen van robuust materiaal dragen.
Reinig de zaagketting en controleer hem op beschadigingen. Span de ketting dan een beetje bij, zodat je de tanden beter scherp kan slijpen. Markeer met een viltstift een richttand, die als maat voor alle andere tanden dient.
Let er goed op dat de slijtagemarkering nog niet is bereikt. Anders raden we aan om de zaagketting volledig te vervangen.
Leid de vijl door met de ene hand de handgreep vast te houden en met de andere hand de vijl in de voorwaartse beweging langs de snijtand te voeren. Begin bij de richttand en leg de vijl zo in de snijtand dat deze met druk van binnen naar buiten langs de snijtand kan worden geleid.
Vijl altijd in een hoek van 90 graden ten opzichte van het zaagblad. De vijl grijpt alleen in de voorwaartse beweging – til hem op als je hem terughaalt. Draai de vijl met regelmatige tussenpozen een beetje, om eenzijdige slijtage van de vijl te voorkomen.
STIHL zaagkettingen worden standaard met een slijphoek van 30 graden geslepen. Als je een vijlhulp (bijv. een aanscherpprooster) gebruikt, kan je je eenvoudig oriënteren op de markeringen op de zaagketting om de juiste hoek te handhaven.
Leid de vijl zo dat een kwart van de vijldiameter boven het tanddak uitsteekt. Vijl de richttand tot er weer een perfect snijvlak is ontstaan. We raden aan om het vijlen vaker als onderhoud uit te voeren. Op die manier maak je omslachtig vijlen waarbij meer materiaal wordt verwijderd overbodig.
Als het licht aan de zijkanten nog weerkaatst, is de zaagtand nog niet scherp.
Pas wanneer er geen lichtweerkaatsing meer optreedt, kan je ervan uitgaan dat de zaagtand goed geslepen is.
Vijl vervolgens alle snijtanden van deze zijde op dezelfde lengte. Draai de motorkettingzaag daarna 180 graden om en vijl alle zaagtanden aan de andere kant. Let erop dat je alle snijtanden op de lengte van de richttand brengt.
Bij het slijpen van de zaagtand neemt ook de afstand van de dieptebegrenzer automatisch af. Als je alle zaagtanden hebt geslepen, moet je de afstand van de dieptebegrenzer controleren en eventueel aanpassen. Gebruik hiervoor een vijlmal die bij de kettingdeling past.
Leg het vijlkaliber op de zaagketting. Als de dieptebegrenzer buiten het kaliber uitsteekt, moet deze worden aangepast.
Vijl de dieptebegrenzer horizontaal met een platte vijl zodat hij gelijk ligt met het vijlkaliber. Bij zaagkettingen met een stootgeleider wordt de kam samen met de dieptebegrenzer aangepast. Als de dieptebegrenzer de juiste hoogte heeft, vijl je het dak van de dieptebegrenzer parallel aan de servicemarkering op de ketting schuin af. Plaats daarbij het hoogste punt van de dieptebegrenzer niet verder naar beneden. Let erop dat je de pas geslepen zaagtand niet met de platte vijl aanraakt. Te lage dieptebegrenzers verhogen de terugslagneiging van de motorzaag.
Theoretisch is een aanpassing van de dieptebegrenzer zonder vijlkaliber ook mogelijk. Daarbij werk je de hele tijd met de servicemarkering. Dit slijpen uit de vrije hand is echter gevoeliger voor fouten. Daarom raden we het gebruik van een vijlkaliber aan. Let op: gebruik voor het terugzetten van de dieptebegrenzer altijd een platte vijl, ronde vijlen zijn hiervoor ongeschikt!
Producttip: met de 2-in-1-vijlhouder kan je tegelijkertijd de tanden van je zaagketting slijpen en de dieptebegrenzer op de juiste hoogte terugzetten.
Zo eenvoudig was slijpen nog nooit: met de innovatieve STIHL 3/8" Rapid Hexa-zaagketting slijp je met de speciaal daarvoor ontwikkelde zeskantige Hexa-vijl – zonder extra hulpmiddelen. De nieuwe 6-kantige vijl is perfect afgestemd op de innovatieve vorm van de Hexa-snijtand en maakt snel en nagenoeg perfect slijpen van de zaagketting in de ideale slijphoek mogelijk. Bekijk de video om te zien hoe dat precies werkt. Dankzij de nieuwe tandvorm van de Rapid Hexa-ketting krijg je bovendien een heel duurzame zaagketting met tot 10 procent meer zaagvermogen dan de 36 RS.
Om je Rapid Hexa-zaagketting te slijpen, plaats je de 6-kantige vijl in een hoek van 90 graden ten opzichte van het zaagblad. De kraal wijst daarbij naar boven en loopt parallel aan de markering op de snijtand. Zo ontstaat automatisch de ideale slijphoek van 25 graden.
Houd met één hand de handgreep vast en haal met de andere hand de vijl voorwaarts langs de snijtand. Til de vijl bij het terughalen los van de snijtand om alleen bij de voorwaartse beweging de kettingzaag te vijlen. Pas vervolgens de dieptebegrenzer aan. Zie stap 3 hierboven voor gedetailleerde instructies.
De dieptebegrenzer is een deel van de zaagtand van de zaagketting. Hij bepaalt hoe diep de zaagtand bij het zagen met de motorzaag in het hout dringt en hoeveel hout hij afschaaft. Voor een optimale snijprestatie moet de afstand van de dieptebegrenzer daarom afhankelijk van de houtsoort correct zijn ingesteld. Wij leggen uit waar je op moet letten.
Elke houtsoort 'gedraagt' zich bij het zagen anders. Met de juiste instelling van de dieptebegrenzer kan je het werk voor jezelf en je zaag gemakkelijker maken. In de praktijk raden wij aan om bij de aankoop van de ketting te denken aan de houtsoort die je het meest zaagt.
Bij hard hout is de weerstand bij het zagen groter dan bij zachte houtsoorten. Om hard hout te zagen, mag de afstand van de dieptebegrenzer daarom niet te groot zijn. Bij het zagen in zacht hout buiten de vorstperiode kan de afstand tot 0,2 mm groter worden gehouden. Hiervoor kan de vijlmal van de eerstvolgende grotere kettingsteek worden gebruikt. STIHL biedt bovendien een speciaal vijlkaliber, waarmee je de optimale afstand van de dieptebegrenzer voor hard en zacht hout direct kunt bepalen.
Als oriëntatie bij de keuze van de afstand van de dieptebegrenzer helpt de kettingsteek. In de tabel hierboven kan je de afstand van de dieptebegrenzer bij hard hout aflezen.
Hier kan je eenvoudig de gebruiksaanwijzing voor je STIHL kettingzaag downloaden.