Wij laten je zien met welke lagen en planten je een hoge kweekbak vult en hoe je deze correct beplant.
14.06.2021
Voordat je een verhoogd kweekbed kan beplanten, moet je het vullen. Op het volièregaas dat je op de bodem van de plantenbak hebt aangebracht, leg je verschillende lagen. Ze vullen de plantenbak op en zorgen ervoor dat je op een aangename hoogte kan werken. Bovendien dragen ze ertoe bij dat de planten het naar hun zin hebben in de plantenbak en goed groeien.
Een hoge plantenbak vul je het best met vijf lagen. De onderste laag is de grofste en naar boven toe worden de lagen steeds fijner.
Grove resten van struiken en bomen zijn de ideale basis voor een verhoogd kweekbed. Snij lange takken op maat zodat ze in de bak passen. Haksel een deel van het snoeisel van struiken en bomen en strooi het tussen de grove takken om de gaten op te vullen. De eerste laag moet ongeveer 30 centimeter hoog zijn. Wat meer of minder is geen probleem: je hoeft de hoogte niet te meten met een vouwmeter.
Op de grove onderste laag komt een laag graszoden, dat wil zeggen uitgestoken stukken grasmat. Leg de graszoden op de onderste laag met de aarde naar boven. Gebruik de graszoden die je hebt uitgestoken bij het maken van de verhoogde plantenbak. Heb je geen graszoden bij de hand? Geen probleem: een oude deken die je niet meer nodig hebt doe het ook prima. Ze moet wel water doorlaten.
In deze laag kan je tuinafval kwijt. Liggen er in je tuin bladeren, takken of stengels van vaste planten en siergrassen, dan maak je daarmee de volgende laag. Niet alle planten zijn echter geschikt zijn om een plantenbak te vullen. Naaldboomresten van bijvoorbeeld thuja kunnen de bodem zuur maken, terwijl resten van rozen, wilgen en wortelonkruid opnieuw kunnen uitlopen. Eikenbladeren en bladeren van notenbomen bevatten looizuur dat de groei van planten afremt.
Leg nu zo’n 10 tot 15 cm ongezeefde en ongefilterde, halfrijpe compost op de vorige laag. Compost is halfrijp na ongeveer 6 tot 9 maanden. Hoe je correct composteert, lees je in ons artikel.
De bovenste laag is bedoeld om nadien de planten in te zetten. Gebruik er rijpe, fijne compost voor of potgrond die je vermengt met tuinaarde. Het kweekbed is nu klaar om beplant te worden.
Het is niet erg als je niet voor alle lagen het exacte materiaal ter beschikking hebt. Je kan het kweekbed ook vullen met drie lagen bestaande uit grove takken, middelgrote plantenresten en potgrond.
Het materiaal van elke laag in de plantenbak bevordert de groei van de planten. De onderste laag is een drainagelaag: de grove structuur van het boom- en struiksnoeisel laat het water beter wegsijpelen en zorgt voor ventilatie. Vocht kan zich niet ophopen en de wortels groeien beter. De graszodenlaag dient als afgrenzing en voorkomt dat de aarde in de drainagelaag terechtkomt. De graszoden voeren het water ook af. De andere lagen hebben het effect van een vloerverwarming: het rottende tuinafval produceert warmte die de groei van de planten stimuleert en ze beschermt tegen koude. Daardoor kan je al beginnen te planten in maart, na de vriesperiode. Bovendien komen er tijdens het rottingsproces van het tuinafval waardevolle voedingsstoffen vrij. Vooral de compostlagen bevatten veel voedsel dat de groei van de planten jarenlang ondersteunt. De lagen compost slaan ook het water op.
In een verhoogd kweekbed kan je zowel sierplanten als voedingsgewassen kweken. Door de constructie, de geproduceerde warmte en de aanwezige voedingsstoffen is zo’n plantenkweekbak echter vooral geschikt voor voedingsgewassen zoals groenten en kruiden. In deze bijdrage geven we je tips voor het beplanten van het kweekbed.
Maak allereerst een plantschema. Het helpt je om de beschikbare oppervlakte van je plantenbak efficiënt te vullen. Als je begint te planten zonder schema, kunnen er lege plekken overblijven waarvoor je geen geschikte planten hebt voorzien. Bepaal dus eerst welke planten waar moeten komen. Met een plantschema kan je bovendien meerdere gewassen na elkaar laten groeien. Als je op voorhand weet dat je de radijzen na 8 tot 10 weken kan oogsten, zorg je ervoor dat je kiemgroenten klaar hebt om na de radijzenoogst te planten.
Tip van de STIHL professional: paprika, tomaten, snijbiet en ook nog sla, kruiden en kool: het is verleidelijk om de plantenbak overvol te maken. Weersta echter aan die verleiding en plant niet te veel soorten tegelijk. De planten komen in elkaars vaarwater en de oogst wordt magerder.
Het goede nieuws is dat zowel zaden als zaailingen geschikt zijn voor een verhoogd
Voordelen | Nadelen |
---|---|
Zaden | Zaden |
|
|
Zaailingen | Zaailingen |
|
|
Voor een grote verscheidenheid aan soorten in het kweekbed is een mengsel van zaden en zaailingen ideaal. Tomaten, kool en sla zijn te koop als jonge plantjes, terwijl voor wortelen en speciale tomatensoorten alleen zaden verkrijgbaar zijn. Dankzij het plantschema weet je precies welke planten er in het kweekbed komen en dus kan je ook efficiënt en snel zaden en zaailingen uitkiezen.
De afstand tussen de rijen in een verhoogd kweekbed hangt in de eerste plaats af van de gebruikte planten. Normaal staan de plantenrijen op 20 tot 30 centimeter van elkaar. Sommige planten hebben genoeg aan 10 centimeter, terwijl andere de volle 30 centimeter nodig hebben. Raadpleeg de verpakking van de zaailingen of zaden voor de juiste afstand tussen de rijen. De verpakking vermeldt ook de afstand tussen de planten onderling, die meestal minstens 3 tot 4 centimeter bedraagt.
Steek jonge plantjes zo diep in de grond dat hun aardkluit in de grond verdwijnt. Een uitzondering vormen jonge slaplanten in perskluitjes: laat een derde van het kluitje boven de grond uitsteken. Als je deze slaplantjes te diep ingraaft, worden ze snel rot.
Tip van de STIHL professional: de zaden van kruiden en vele groentesoorten zijn zo klein dat je ze gauw te dicht bijeen zaait. Wacht gewoon tot de eerste blaadjes tevoorschijn komen en haal dan een paar zaailingen weg om de planten meer plaats te geven. In tuiniersjargon heet dat “verspenen”.
In principe zijn alle planten geschikt voor een verhoogde plantenkweekbak, maar toch is er een verschil. Het meest geschikt zijn snelgroeiende planten die het kweekbed niet te lang voor zich opeisen en die je snel kan oogsten. Broccoli bijvoorbeeld is in dat opzicht minder geschikt, want het groeit traag.
Ook hoog groeiende planten zoals stokbonen of hoge tomatenstruiken zijn geen ideale keuze. De bonen zullen waarschijnlijk zo hoog groeien dat je een ladder nodig hebt om ze te oogsten. Ook planten die erg in de breedte uitdijen zijn minder geschikt: komkommer, courgette en pompoen nemen te veel plaats in. Het zou jammer zijn dat het kweekbed helemaal vol is met een paar pompoenen en er geen plaats meer is voor andere groentesoorten. Kies dus voor soorten die weinig plaats nodig hebben zoals kruiden, radijsjes, wortelen of trostomaten. Je kan ze vroeg oogsten en ze laten genoeg plaats over voor vele andere voedingsgewassen.
Planten van dezelfde familie doen het in het algemeen slecht in elkaars buurt. Zet bijvoorbeeld geen planten van de nachtschaduwfamilie zoals aardappel, tomaat, paprika en aubergine naast elkaar. Andere combinaties die elkaars groei afremmen zijn aardappelen en erwten, sla en selder, paprika en erwten. Ook kool en ui beschadigen elkaar. Het probleem bij slechte buren is meestal voedselconcurrentie, maar ze kunnen ook ziekten en ongedierteplagen bij elkaar aanwakkeren. Wil je toch meerdere planten van dezelfde familie tegelijk kweken in een verhoogde moestuinbak? Dat is mogelijk door ze ver uit elkaar te planten met twee tot drie andere culturen ertussen. Zo hebben ze genoeg plaats en benadelen ze elkaar niet.
Gelukkig zijn er ook planten die elkaars groei begunstigen en elkaar beschermen tegen ongedierte. Uien gedijen uitstekend tussen dille, wortelen en peterselie. Dille werkt als een turbo voor het kiemen van wortelen en verjaagt ongedierte met zijn geurstoffen. Wortelvliegen hebben een hekel aan de geur van uien. Ook augurk en andere kleine komkommersoorten zijn een goede combinatie met uien.
Groentesoorten van dezelfde familie gedijen niet goed samen, maar bij kruiden is dat omgekeerd. Eenjarige kruiden gedijen het best bij andere eenjarige soorten en meerjarige kruiden bij andere meerjarige soorten. Plant bijvoorbeeld eenjarige kruiden zoals basilicum, bonenkruid, dille en koriander bij elkaar. Hetzelfde geldt voor meerjarige soorten zoals peterselie, lavas en oregano.
Het eerder beschreven plantschema vertelt je niet alleen welke planten je tijdens het eerste jaar zet, maar ook hoe je kweekbed er in de jaren daarna zal uitzien. Doordat de lagen waarmee je de plantenkweekbak gevuld hebt mettertijd verrotten, vermindert de voedingswaarde van de grond. Als je precies weet welke planten geschikt zijn voor welk aanplantingsjaar, kan je het schema daarop afstemmen en de toestand van je kweekbed ideaal benutten.
Zet in het eerste jaar vooral planten die een uitgesproken voedselrijke bodem nodig hebben. Ze profiteren van de compostlaag die in het eerste jaar de meeste voedingsstoffen bevat. Het zijn onder andere de volgende planten.
Groenten:
Kruiden:
Bloemen:
Zet in het tweede jaar een mengeling van planten voor een uitgesproken en een matig voedselrijke bodem. Beperk je in het derde jaar tot planten die een matig voedselrijke bodem nodig hebben. Dat zijn bijvoorbeeld de volgende soorten.
Groenten:
Kruiden:
Bloemen:
Plant in het vierde jaar zowel planten voor een matig voedselrijke als voor een voedselarme bodem. Leg in het vijfde jaar de focus op planten die een voedselarme grond verkiezen en het niet erg vinden dat er nog maar weinig voedingsstoffen voorhanden zijn. Dergelijke planten gedijen trouwens slecht in een voedselrijke bodem. Door het teveel aan voedsel groeien ze te snel en worden ze kwetsbaar voor ongedierte. Wil je in het eerste jaar al enkele planten zetten die weinig voedsel verkiezen, leg dan op die plaats voedselarme potgrond.
De volgende planten hebben weinig voedingsstoffen nodig.
Groenten:
Kruiden:
Bloemen:
Planten voelen zich in het ene seizoen beter dan in het andere. Als je daar rekening mee houdt, voorkom je ook ongedierteplagen. Zaai vroege wortelsoorten bijvoorbeeld zo vroeg mogelijk. Ze zijn dan begin juni al rijp en je kan ze oogsten voordat ongedierte de kans krijgt om eitjes op de planten te leggen. Zorg er dus voor dat je in elk seizoen de juiste groentesoorten plant.
Plant vanaf maart typische, knapperige voorjaarsgroenten en -kruiden. Rucola, pluksla en radijs zijn ideaal om in het voorjaar te planten en tegen de zomer te oogsten. Spinazie is ook zo’n lentegroente. Een beetje later, tegen eind april, voeg je lente-ui, uien en prei toe. Hou echter nog een beetje plaats over, want vanaf mei is het tijd om aardappelen, paprika’s en chilipepers te planten. Als je tomaten in een verhoogde plantenbak wilt kweken, kies je het best compact blijvende soorten zoals trostomaten.
Wil je zomergroente kweken in de plantenbak? De sterren om te planten vanaf juni tot een eind in juli zijn koolrabi, wortelen en kool. Ook snelgroeiende stambonen en radijs zijn een uitstekende keuze om in de zomer uit te zaaien. In augustus kweek je edele herfstslasoorten zoals radicchio en krulandijvie.
Ook in de herfst brengt een kweekbed groenten voort. Hou je van rucola, dan is het nu het juiste moment om je daarmee te bevoorraden. Zaai rucola uit in september en een tweede keer in oktober.
Maak de houten plantenbak winterklaar door hem af te dekken met een zeil. Lees in onze bijdrage hoe je de andere kweekbedden wintervast maakt. Wist je trouwens dat een verhoogd kweekbed ook in de winter groente oplevert? Wintergroenten zoals spinazie en kool kunnen goed tegen de koude. Kool wordt zelfs smakelijker als het gevroren heeft. Ook snijbiet verdraagt lage temperaturen. Plant deze groentesoorten in de zomer en oogst ze in de winter. Een alternatief is om het verhoogde kweekbed te vullen met potgrond en het een winterpauze te gunnen.
Houd nog rekening met volgende tips bij het beplanten van een verhoogd kweekbed.
Bijvullen in de lente
Vul het verhoogde kweekbed elke lente bij met potgrond, want tegen het nieuwe tuinseizoen zijn de lagen zo’n 10 centimeter gezakt.
Opnieuw vullen
Vul het verhoogde kweekbed na 6 tot 7 jaar helemaal opnieuw. Alle lagen zijn nu verrot en vervullen hun taak niet meer. Doordat er onderin geen takken meer liggen is er geen ventilatie en alle voedingsstoffen zijn opgebruikt.
Regelmatig water geven
De rottende lagen produceren broodnodige warmte voor de planten en het grove struiksnoeisel onderin voorkomt dat het water blijft staan. Dat betekent echter ook dat er heel wat water wegsijpelt. Een verhoogd kweekbed moet je daarom vaker gieten dan een kweekbed op de grond.
Zet geen meerjarige planten
Theoretisch kan je in een verhoogd kweekbed ook meerjarige planten kweken zoals rozemarijn of aardbei. Als je in de lente echter potgrond bijvult, is het moeilijk om rond de bestaande planten te werken zonder hun gevoelige wortels te beschadigen. Door alleen eenjarige planten te zetten bespaar je jezelf veel werk.