Gerafelde hagen met gaten zien er niet mooi uit. Maar met de juiste tips kan je bijna elk gat in je haag herstellen.
03.12.2021
Om de gaten en openingen in je haag goed te dichten en te voorkomen dat ze in de toekomst weer terugkomen, moet je bepalen waardoor ze ontstaan. Er zijn een paar oorzaken waardoor je haag gaten kan krijgen.
Coniferen zoals Thuja, die te diep in het hout zijn gesnoeid en geen naaldscheuten hebben, zullen niet meer uitlopen, waardoor gaten ontstaan.
De Taxus is hierop de enige uitzondering: zelfs als je hem rigoureus snoeit, zal hij weer uitlopen – zelfs op oud hout. Bij hagen met bladplanten kunnen ook gaten ontstaan als de afzonderlijke planten op bepaalde plaatsen worden gesnoeid, maar deze gaten vullen zich snel weer op – anders dan bij naaldbomen.
Het terugsnoeien van planten in fel zonlicht veroorzaakt ook schade. Zodra de langere scheuten die normaal schaduw bieden, worden ingekort, worden de takken binnenin blootgesteld aan de zon en kunnen ze verbranden. De bladeren worden bruin en er ontstaan vaak openingen, maar die kunnen na verloop van tijd weer dichtgaan.
Er kunnen dunne plekken ontstaan wanneer takken door een gewicht, zoals een overmatige lading sneeuw, uit de haag worden gedrukt.
Hagen die te veel of te weinig zonlicht krijgen, worden zwak en ontwikkelen kale plekken. Dit gebeurt als een haag op een schaduwrijke plek groeit of overschaduwd wordt door andere bomen, struiken en objecten. Waterophoping of te sterk bemeste grond zal planten ook beschadigen
Vooral bij jonge hagen kunnen individuele planten in de zomer uitdrogen en voor gaten in de haag zorgen. Het risico is groter in het eerste jaar voor haagplanten met blote wortels, omdat deze geen beschermende wortelkluit hebben gevormd.
In dat geval moet je de betreffende plant vervangen. Met name bij Thuja-hagen kunnen afzonderlijke planten besmet raken met de bekende bodemschimmel Phytophthora cinnamomi en volledig afsterven. Aangezien de schimmelsporen langdurig in de grond overleven, moet je de grond grondig verwijderen voordat je nieuwe aanplant. Vervang de aarde door verse grond. Ons overzicht laat zien hoe je andere hagenziekten kan herkennen en voorgoed kan herstellen.
Bruine vlekken en kleine gaatjes kunnen snel weer groen worden. Vouw omgebogen takken terug in de haag. Snoei alle duidelijk beschadigde of uitgedroogde takken af. De hierdoor veroorzaakte gaten worden geleidelijk aan opgevuld door nabijgelegen scheuten. Knoop indien nodig de aangrenzende takken aan elkaar zodat de opening voldoende zonlicht krijgt en weer snel dichtgroeit.
Zorg ervoor dat het onderste deel van de haag ook genoeg zonlicht krijgt. Het snoeien van de haag in trapeziumvorm of A-vorm maakt dit mogelijk: de bovenste takken blijven korter dan de onderste, zodat de onderste takken ook voldoende licht krijgen.
Als de schade het gevolg is van een gebrek aan licht, snoei je bomen die de haag overschaduwen terug en verwijder je objecten die het zonlicht van de haag blokkeren. Als er een permanente schaduw is, zou je alternatieve planten moeten overwegen: buxus en taxus gedijen in halfschaduw, terwijl liguster en laurier goed kunnen groeien op zowel zonnige als schaduwrijke locaties.
Kleine gaten en bruine plekken in coniferenhagen, zoals Thuja, vereisen geduld: je moet wachten tot de aangrenzende takken het gat dichten. Als grotere delen van de haag beschadigd zijn, moet je deze vervangen door een nieuwe. Coniferen zaaien doorgaans niet meer uit nadat ze drastisch zijn teruggesnoeid.
Grotere spleten en gaten in hagen kunnen op twee manieren worden opgevuld:
als je niet te lang wilt wachten, kan je de spleet het beste opnieuw beplanten. De nieuwe beplanting moet ongeveer even hoog zijn als de rest van de haag, anders nemen de sterkere buren alle voedingsstoffen en water op uit de grond en remmen ze de groei van de nieuwe plant.
Je kan ook stengels van de aangrenzende planten aanleggen langs een dun bamboestokje. Plaats dit stokje horizontaal of diagonaal over de opening in de haag. Het afknippen van de punten van de scheuten zal nieuwe vertakkingen stimuleren. Laat het stokje een tot twee jaar zitten en controleer regelmatig of de nieuwe takken niet verstrikt zijn geraakt.