Zelf een nestkastje of een vogelhuisje maken is niet alleen leuk, je zorgt ook voor een broedplaats voor holbroeders.
26.11.2021
Op vele plaatsen, zowel in de stad als op het platteland, hebben vogels nog maar weinig levensruimte om ongestoord te broeden. Heb je een tuin, een balkon of ligt er een park voor de deur? Dan kan je vogels helpen bij hun zoektocht naar woonruimte door een nestkastje te maken. Vogelhuisjes zijn meestal van hout of houtbeton. Ze bieden bescherming tegen weer en wind, maar ook tegen vijanden die eieren uit het nest kunnen stelen.
De Royal Society for the Protection of Birds (RSPB) beveelt een minimumoppervlak aan aan de basis van 10 cm bij 10 cm en een hoogte van 20-25 cm. De grootte van de invliegopening bepaalt welke vogelsoort zijn intrek neemt in het nestkastje. Afhankelijk van het model en waar je het ophangt, kan een nestkastje soms voor meerdere vogelsoorten dienen. Dat betekent niet automatisch dat groter altijd beter is: kleine vogelsoorten verkiezen een klein invlieggat.
De pimpelmees of glanskop verkiest een standaardnestkastje met een invlieggat van 26 tot 32 millimeter diameter.
De witte kwikstaart en de grauwe vliegenvanger houden van een halfopen vogelhuisje. Dat geldt ook voor de merel en het roodborstje.
De kleine huismussen verkiezen een zogenaamd mussenhotel. Als hol- en nisbroeders bouwen ze hun nest graag in de kleinste hoekjes en nissen van gebouwen of muren. Maar ze hebben het ook graag gezellig, en daarom zijn mussenhotels vaak nestkasten voor meerdere families.
De invliegopening hangt af van de grootte van de vogelsoort die het huisje gaat bewonen. De RSPB geeft de volgende richtlijnen.
Voor een mooi nestkastje heb je niet meer nodig dan een stuk boomstam, een STIHL kettingzaag, een boormachine, een zaagbok en een namiddag tijd. Bepaal de grootte van de invliegopening naargelang de vogelsoort die je wilt aantrekken. Zo creëer je een perfect nestkastje voor vogels zoals de pimpelmees of koolmees.
Met het juiste gereedschap is een nestkast maken dubbel zo leuk.
Eik, acacia en lariks zijn ideaal voor toepassingen buitenshuis en zijn duurzame houtsoorten. Je kan ook grenen- of vurenhouten planken gebruiken.
Het hout mag in geen geval behandeld zijn, want houtbeschermingsmiddelen en beits schrikken vogels af door de geur. De producten kunnen hun gezondheid zelfs in gevaar brengen. Je mag de buitenwanden wel met lijnolie beschermen tegen vocht en schimmel.
Doordat de nestkastjes opgehangen worden, drogen ze vanzelf. Onbehandelde houten nestkastjes gaan jarenlang mee.
Werken met krachtige machines is leuk en laat je boven jezelf uitstijgen. Maar dan moet je wel kunnen vertrouwen op effectieve en veilige, beschermende kleding. Draag altijd je persoonlijke veiligheidsuitrusting als je met de kettingzaag werkt. Dat zijn onder andere een helm, een kettingzaagbroek en veiligheidsschoenen. Je vindt hierover meer informatie in de handleiding van je machine. Leer de machine grondig kennen als je ze voor het eerst gebruikt en controleer vóór elk gebruik of ze in perfecte staat is. Indien gewenst maakt de STIHL dealer je machine klaar voor het eerste gebruik. Hij adviseert je ook over de juiste modellen en maten van beschermende kleding, die je altijd eerst kan passen. Vergeet niet dat een persoonlijke veiligheidsuitrusting geen vervanging is voor een veilige werkmethode.
Na alle voorbereidingen kan je nu het vogelhuisje beginnen te maken. Zorg ervoor dat de omgeving veilig is en dat je genoeg plaats hebt voor je project, zodat je niet struikelt of andere risico’s loopt.
Zaag eerst met een verticale, rechte zaagsnede een schijf van ongeveer drie centimeter dik van de boomstam. Dat wordt de bodem van het nestkastje.
Zaag nu van de boomstam het stuk voor de behuizing af. Doe dat met een schuine zaagsnede om de dakhelling te maken.
Bevestig de boomstam op de zaagbok. Steek met de kettingzaag in het hout en maak links en rechts evenwijdig een snede van ongeveer 20 centimeter diep. Draai de boomstam vervolgens 90 graden en herhaal deze zaagsneden tot er een rechthoek ontstaat. Sla dan de kern los uit de boomstam.
Voorzichtig: bij deze werktechniek is er een verhoogd terugslaggevaar. Volg in ieder geval de veiligheidsinstructies in de gebruiksaanwijzing op.
Maak nu de invliegopening. Dat gaat het makkelijkst met een boormachine of een decoupeerzaag. De diameter van het vlieggat hangt af van de vogelsoort.
Zaag voor het dak een plank uit de rest van de stam. Doe dat met twee zaagsneden in de lengterichting. Denk eraan dat het dak in het totaal zo’n 30 centimeter langer moet zijn dan de diameter.
Schroef de vooraf uitgezaagde bodem met schroefogen aan de behuizing en sluit de behuizing af. Monteer daarna het dak. Zorg ervoor dat het dak over de behuizing uitsteekt, zodat regen eraf loopt.
Gebruik schroefogen in de plaats van nagels. Zo kan je het nestkastje later makkelijk openen. Je kan het kastje dan in de winter reinigen tussendoor en een oud nestje verwijderen. Het volgende vogelpaartje gebruikt dat immers niet.
Houd rekening met de volgende tips om de vogels en hun jongen te beschermen tegen roofdieren, slecht weer en mensen.